De Franse schilder Paul Cézanne (1839-1906) is een sleutelfiguur in de geschiedenis van de schilderkunst. Hij vormt de schakel tussen de klassieke schilderkunst, waarbij men probeerde de zichtbare werkelijkheid zoveel mogelijk te evenaren, en de moderne, twintigste-eeuwse kunst. Bij de moderne schilderkunst zetten de schilders de werkelijkheid steeds meer naar hun hand. Ze spelen met kleuren en vormen, en het schilderdoek wordt een ruimte voorstudie en experiment.

 
Paul Cézanne

Cézanne was de eerste die ermee begon de wereld om hem heen in zuivere, geometrische vormen te zien en weer te geven. Hij zag dat de vormen die in de natuur voorkomen, uit geometrische basisvormen zijn opgebouwd. Deze visie had tot gevolg dat, wanneer Cézanne een stilleven met appels schilderde, de appels de vorm van bollen kregen. Schilderde hij de Mont Sainte-Victoire dan werd die berg een grote driehoekige vorm, opgebouwd uitvlakken en rechthoeken.
Cézanne was niet geïnteresseerd in details. Ook een realistische weergave van de ruimte met behulp van de wetten van de perspectiefleer streefde hij niet na. Hij abstraheerde dat wat hij zag tot geometrische basisvormen. Men noemt Cézanne dan ook wel de voorloper, de vader van het kubisme. De schilders van het kubisme gingen verder op zijn zienswijze.

 
Cézanne en de kubisten
Paul Cézanne, Stilleven met gordijn (1898-1899), olieverf op linnen,
53 × 72 cm, Hermitage, Lenningrad


Het kubisme

Het kubisme is een stroming in de kunst die zich manifesteerde van 1907 tot 1914. Pablo Picasso (1881-1973) en Georges Braque(1882-1963) zijn de belangrijkste vertegenwoordigers. Net als Cézanne vereenvoudigden zij de visuele wereld in een wereld van zuivere, geometrische vormen. Het kubisme is in twee verschillende fasen onder te verdelen. De eerste, onderzoekende fase wordt het analytisch kubisme genoemd. In deze periode analyseerden Picasso en Braque de vormen in de werkelijkheid. Hun kleurgebruik beperkte zich tot voornamelijk wit, zwart en verschillende tinten bruin. Meer kleuren zouden de aandacht maar van de vormen afleiden.
 
Picasso en Braque namen de vrijheid om de geometrische basisvormen tot een nieuwewerkelijkheid te rangschikken. De samenwerking tussen beide kunstenaars was intens. Bijna elke dag zagen ze elkaar en kwamen ze in elkaars atelier om te zien wat de ander gemaakt had. De wederzijdse beïnvloeding en samenwerking was zo groot dat men tot op de dag van vandaag van sommige schilderijen niet weet of Picasso dan wel Braque de maker ervan is. Wij, mensen van de 21ste eeuw, bekijken de schilderijen van Cézanne, Picasso en Braque zonder blikken of blozen, zo gewend zijn wij aan deze vrije manier van omgaan met kleur en vorm. Maar in de tijd dat deze kunstenaars voor het eerst met hun schilderijen naar buiten kwamen, was de schok en de verontwaardiging groot.
 
Cézanne en de kubisten
In deze Picasso-achtige tekening zie je het gezicht van het model zowel van de
voorkant als van de zijkant.

Vele regels van de klassieke schilderkunst lapten Picasso en Braque aan hun laars. De wetten van de perspectiefleer, een goede methode om een realistische ruimte te creëren, interesseerden hen niet. De visuele wereld om hen heen was niet iets dat zijwilden evenaren of benaderen, maar vormde een aanleiding tot het creëren vaneen eigen, nieuwe werkelijkheid op het doek.

Zo wilden zij van een mens of een voorwerp tegelijkertijd de voor-, de zij- ende achterkant laten zien. Dit is in de werkelijkheid onmogelijk. Je ziet iets of iemand altijd vanuit een bepaalde hoek. Opeen schilderij of tekening kan het wel, alleen had niemand daar nog bij stilgestaan. Zo kun je op de kubistische portretten van Picasso het gezicht van het model zowel van de voorkant als van opzij bewonderen.

 
Cézanne en de kubisten
De houtnerfstructuren zijn nagebootst, maar de krant is ‘echt’ en de decoratie op
de fruitschaal bestaat uit een in de juiste vorm geknipt stukje inpakpapier.

Het nastreven van schoonheid behoorde voor deze kunstenaars tot het verleden. Ook de inhoud van het schilderij was niet meer van belang. De kubisten onderzochten wat zij allemaal met lijnen, vlakken en geometrische vormen konden doen. Naarmate het kubisme zich verder ontwikkelde sloten andere kunstenaars zich bij deze stroming aan. Met de komst van Juan Gris (1887-1927) werd de tweede fase van het kubisme ingeluid: het synthetisch kubisme. Kleur krijgt weer aandacht en er worden nieuwe materialen in de schilderijen verwerkt. Zo voegden de schilders zand aan de verf toe of plakten ze kaartjes van de metro, uitnodigingen voortentoonstellingen, programma’s van concerten en dergelijke op het doek. Het kubisme ging een synthese aan met de moderne wereld.

Het kubisme is een stroming van waaruit de moderne kunst zich verder ontwikkelde. Waar het zien van ruimtelijke vormen al niet toe kan leiden!
 
Les 1: Frottage
Les 2: Aquarel, Gouache en Wassingen
Les 3: De anatomie van de schedel
Les 4: Het tekenen van een interieur
Les 5: Licht en donker in de kunst: Clair-Obscur