Dit schilderij van de Burgerzaal van het stadhuis van Rotterdam heeft Bert gemaakt naar aanleiding van een bezoek dat hij enige tijd geleden aan het stadhuis aan de Coolsingel in Rotterdam heeft gebracht. Bert heeft in het schilderij twee Rotterdamse iconen geschilderd: links in de zaal staat de boxer Bep van Klaveren in zijn karakteristieke houding en rechts achterin is de voetballer Coen Moulijn (aan de bal) te vinden. Achter het gordijn rechts-voorin staat een kleine jongetje te kijker te begluren. De Burgerzaal is de grote zaal op de eerste verdieping. De zaal wordt gebruikt voor officiële ontvangsten, boekpresentaties, prijsuitreikingen, culturele bijeenkomsten en recepties na huwelijksvoltrekkingen in de naastgelegen trouwzaal. Erin bevindt zich een orgel uit 1920 en de zaal is gedecoreerd met wandschilderingen van Johan Thorn Prikker, die Bert ook in zijn schilderij heeft verwerkt. De doeken op de lange wand met voorstellingen als "Dijkdoorbraak" en "Brand" werden aanvankelijk te sinister en modern gevonden. Een deel werd daarom opgeslagen en is pas na de Tweede Wereldoorlog aangebracht. De kleurrijke wandschildering op het hoofdeind, ook van Thorn Prikker, werd eveneens pas later voltooid. Het stelt de toekomst van Rotterdam voor, met vele vlaggen, wapens en getallen. De wapens zijn van indertijd zelfstandige gemeentes die door Rotterdam zijn geannexeerd. Zij zijn gegroepeerd rond de gouden letters SPQR. De letters S.P.Q.R. staan voor Senatus Populus Que Roterodamus, hetgeen betekent: de senaat en het volk van Rotterdam (afgeleid van Senatus Populus Que Romanus = de senaat en het Romeinse volk).