Voor het eerst in de geschiedenis trokken deze kunstenaars erop uit en schilderden zij het landschap in de buitenlucht. Werden tot dat moment dergelijke schilderijen in het atelier gemaakt, het live vastleggen van de steeds veranderende natuur zorgde voor een belangrijk kantelpunt in de kunstgeschiedenis. De tentoonstelling Buiten Schilderen toont prachtige landschappen van onder andere Rousseau, Daubigny, Corot, Maris, Mauve en Gabriël.

Introductie van de verftube

Vanwaar deze kentering? Belangrijk was de introductie van de verftube. Voor die tijd moesten kunstenaars hun verf zelf maken en waren zij gebonden aan hun ateliers. Nu konden zij kant-en-klare verf meenemen en werken in de buitenlucht. Gewapend met doek, schildersezel en -kist trokken ze erop uit. Geliefde onderwerpen waren het ‘ware’ plattelandsleven, dieren en de ongerepte natuur met woeste bos- en rotspartijen.


Constant Gabriël, En plein air, 1870, Teylers Museum, Haarlem

Oosterbeek
In navolging van de Franse schilders trokken ook Nederlandse kunstenaars de natuur in. Dat gebeurde in en rond het Gelderse dorp Oosterbeek. Bekende namen waren Johannes Bilders, Anton Mauve, Constant Gabriël en de gebroeders Maris. Met de aanleg van een spoorverbinding tussen Amsterdam en Arnhem in de jaren 1840 konden zij eenvoudig naar de Veluwezoom reizen. Oosterbeek werd het ‘Nederlandse Barbizon’. Het buiten schilderen betekende voor enkele kunstenaars een ommekeer in hun carrière. Ze werden de bekendste schilders van de Haagse School.

De tentoonstelling Buiten Schilderen is nu te zien tot en met 1 juni 2020 in Museum Gouda. Kijk voor openingstijden of entreeprijzen op www.museumgouda.nl