Een interview met...


Afl. 5: Coby Raes

Vertel wat meer over jezelf: wanneer ben je begonnen met schilderen? Welke opleiding heb je gevolgd?
In de vierde klas kwam ik na een verhuizing op een basisschool die op creatief gebied voor mij zeer bepalend is geweest. Het motto op die school was een half dichtregeltje van Hieronymus van Alphen: ‘Mijn spelen is leren en mijn leren is spelen’.
In de ogen van veel ouders, ook de mijne, was het vooral spelen. Maar wát een kansen bood die school voor creatieve ontwikkeling! Ik kon er heerlijk tekenen, vrij schrijven en gedichtjes maken, handwerken… en daarbij mochten we op zaterdagochtend op een verhoogd podium in de hal toneel spelen! Ik besloot toen dat ik later schooljuf ging worden, want zoveel leuke dingen wilde ik wel mijn hele leven blijven doen. Toneel spelen maakte later plaats voor het schrijven van toneelstukken en van liedteksten. En het tekenen ging, weliswaar met verve, op het schoolbord. Om bij schilderen uit te komen: in 2008 leerde ik op een kunstopleiding aan De Muzerije in Rosmalen het schilderen met olieverf. Dat beviel prima, maar ik zocht gaandeweg meer verdieping. Toen kreeg ik een tip over een kunstopleiding in deeltijd in België. Ik deed er een toelatingsexamen en werd geplaatst in de opleiding Hogere Graad Schilderen aan de Academie voor Schone Kunsten in Arendonk. Daar heb ik in 2018 mijn diploma gehaald.

Hoe heeft je stijl zich ontwikkeld gedurende deze tijd? En waar liep je tegen aan?
Waar ik voorheen aardig kon tekenen, ben ik nu veel beter gaan kijken. Het platte vlak won aan inhoud en diepte. Ik heb geleerd kleurenrijkdom te ontdekken, zelfs waar ik op het eerste gezicht geen kleuren of kleurverschillen zag. Composities bepalen, dat is iedere keer weer een pittige opgave. En dan die eigen stijl. Je ziet mooi werk van zo vele anderen, dat je soms gevaar zou lopen de stijl van iemand te willen kopiëren. Natuurlijk word je beïnvloed, zo werkt het heel de geschiedenis van de kunst door. Er zijn stromingen en stijlen. Maar het blijft een opgave om daarin je unieke eigen handschrift te ontwikkelen. Uit de kunstgeschiedenis heb ik wel mijn favorieten die ik veelvuldig raadpleeg.

Waar ik tijdens mijn bezigheden tegenaan loop is de gedachte: Ha, nu heb ik het! Zo ga ik door, zo kan ik voorlopig een poos verder. Klaar! Maar met een nieuw schilderij blijkt vaak dat ik weer van voren af aan moet beginnen. Want dat ‘Klaar!’ van het vorige werk past niet meer zo goed bij het nieuwe idee.

Wat is je huidige expertise/stijl?  
Ik begin graag vanuit het realisme. Ik wil een onderwerp op het doek zetten, maar dan niet meer realistisch zoals op een foto. Het resultaat hangt af van hoe het beeld op een foto zich in mijn handen laat transformeren tot een essentie waar ik geboeid door raak om te gebruiken.
 
Coby Raes
Sint Jacob, olieverf op doek, 70 x 50 x 2, 2017

Met welke materialen werk je graag?
Schilderen doe ik het liefst met olieverf. Toch ben ik met houtskool, potlood en schetsboek ook in mijn element. Dat gebruik ik in elk geval altijd als voorstudiemateriaal voor ik aan een schilderij begin. Maar er zijn nog zoveel meer mogelijkheden. Voor mij geldt dat het oké is als ik het aan de wand kan hangen, aan kan trekken of er een cadeautje van kan maken.

Heb je een eigen atelier en zo ja, hoe ziet je werkplek er uit?
Ja die heb ik! Niet heel groot, maar toch. Ik heb een kamer op de eerste verdieping ingericht als atelier. Daar heb ik alles wat ik nodig heb om lekker te kunnen werken.

Waar zou je nog graag meer over willen weten en kunnen?
Op het gebied van schilderkunst lees ik uit interesse alles wat los en vast zit. Waar ik meer over zou willen weten is de kunst van het onderhandelen over schilderijen en daarbij het inschatten van reële prijzen.

Kijk je veel naar kunst van anderen en wat vind je daarvan?
Naast het raadplegen van de kunstgeschiedenis bezoek ik graag tentoonstellingen in musea. Kunstprogramma’s op tv als ‘Project Rembrandt’ en ‘Sterren op het doek’ vind ik erg stimulerend om te zien. En ik bekijk natuurlijk ook graag het werk van de kunstenaars van bijvoorbeeld het Nationaal Atelier. Wat ik vind van het werk van andere kunstenaars is wisselend. Van positieve verrassing tot grondige afschuw. Maar kunst is ook emotie. Het mag je raken, positief zowel als negatief.

Waar haal je je inspiratie vandaan?
Voor de dagelijkse inspiratie kijk ik om me heen. Vaak leg ik met een fototoestel of mobiel beelden vast in de natuur, de stad, de mensen, en thema’s die me fascineren. Ik stop steeds alles in mappen voor verdere inspiratie. Ook haal ik knipsels uit de krant en schrijf ik losse ideeën die bij me opkomen in een lijstje.

Wat zijn de tips voor andere kunstenaars?
Tips laat ik graag over aan de professionals die meer weten dan ik. Maar ik wil wel een veelgehoorde tip voorzien van mijn reactie.
Je leest regelmatig dat je ‘altijd dicht bij jezelf moet blijven’. Eigenlijk kan ik daar niet zo veel mee, het is te vaag. Wat betekent dat?
Moet je niet veel meer je grenzen zoeken, lef hebben en alles aangrijpen waar je mogelijkheden in ziet? Ik heb meer met ‘uitdagingen zoeken’, ook al ga je dan eens op je neus. Dicht bij jezelf blijven … misschien is de bedoeling dat je een eigen reflectie geeft op wat er dagelijks op je afkomt, het nieuws bijvoorbeeld.

Zo ben ik een keer bezig geweest voor een schilderijenwedstrijd in mijn stad. Het was 500 jaar na het overlijden van Jeroen Bosch, dus 2016. Stromen vluchtelingen uit verre brandhaarden dobberden onder misleiding van mensensmokkelaars over zee en werden beroofd van het laatste wat ze nog hadden. Dat was vast een uitstekend motief geweest voor Jeroen Bosch om te ontmaskeren in zijn schilderij. Dus deed ik dat, in zijn stijl, maar ik bezat natuurlijk niet zijn enorme begaafdheid en had ook geen atelier met helpers achter me staan. Het was mijn eigen werk, vanuit mijn eigen emotie en ook met mijn eigen stad. Ik bleef dus hartstikke dicht bij mezelf.
In Jeroens schilderstijl kon ik het hele verhaal vertellen, het verhaal over oorlog, ellende en misdadige zelfverrijking. Driftig graaide ik er ook maar en passant  ‘De Schreeuw’ van Munch en ‘Guernica’ van Picasso in mee. De titel van het werk, ‘Deus videt’ getuigde ervan dat God het ziet; wie zo schurkt, komt er niet mee weg! Het schilderij kwam wel door de eerste selectie, misschien vanwege de verbazing, maar niet door de laatste. Misschien was het te veel Jeroen Bosch en was ik te ver van mijzelf afgedwaald.

 
Coby Raes
Deus Videt, olieverf op doek en papier mache, 100 x 80 x 2, 2016, Mixed Media

Werk je ook in opdracht?
Ja, ook wel. Ik willigde een paar verzoeken in uit de familie- en kennissenkring. De opdrachten waren duidelijk, in de uitwerking had ik veel vrijheid. Ik noemde geen prijs, maar besteedde er onbetaalbaar veel tijd aan. En na een paar jaar denk ik steevast: zouden ze er niet op uitgekeken zijn? Zou ik ze eigenlijk moeten aanbieden om iets nieuws te maken? Die twijfel heb ik niet als iemand zelf een doek uit de voorraad trekt en mee neemt. Ik ben eigenlijk best benieuwd naar ervaringen hierin van andere kunstenaars.
 
Website
Ik heb een website onder mijn naam: https://cobyraes.nl/ Hier staan mijn hoofdstukken met schilderijen. Ook heb ik daarop een blog. Die is op dit moment even in restauratie, maar hoop ik snel te kunnen herstellen. Op die blogpagina was ik ruim een jaar lang bezig om per maand een onderwerpje te schrijven dat met schilderijen of kunstgeschiedenis te maken heeft. Eigenlijk zou ik het leuk vinden om zoiets meer interactief op te zetten. Ik sta open voor goede ideeën op dat punt, dus wie suggesties heeft (die ik aan kan), laat ze maar weten.

Meer van Coby haar werk zien?
Website
Nationaal Atelier

Meer interviews lezen?

Wil je ook in deze rubriek en in de nieuwsbrief staan? 
Mail dan naar info@nationaalatelier.nl